dinsdag 29 oktober 2013

Mevrouw Pit ontmoet Meneer Tuur.

Het was bij de thrillers en detectives. Meerbepaald bij de letter T.
'Heb je deze al gelezen?', vraagt hij.
'Nee, nog niet', zeg ik.
'Dat moet je eens doen, die zijn echt goed. Begin dan met deze, dat is eigenlijk de beste. 't Speelt zich af in Antwerpen, heel plezant om te lezen. Echt goed.'
Er volgen nog boekentips. Hij heeft een boekje waarin hij alle boeken opschrijft die hij gelezen heeft. Met beoordeling. En een notering als z'n vrouw ze ook moet lezen. We ontdekken hierin een aantal gemeenschappelijke titels, met eenzelfde beoordeling.
Hij heeft te weinig tijd om te lezen. Er is ook nog de mail, hé.

86, is hij. Je zou het hem niet nageven. Fit als een hoentje. Ooit een Olympische limiet gezwommen. Rugslag, daar was hij het beste in. In 1948 was dat. Daarvoor was hij bij het Engelse leger gaan werken, want dat verdiende goed. Negen frank per uur en een gewone werkmens had er maar zes. En bovendien kreeg je Morning Tea en Afternoon Tea en 's middags ook nog te eten. Dat was belangrijk, want tijdens de oorlog hadden ze honger gehad. Dus goed eten was belangrijk.
Veel plezier maken ook. Op de eerste werkdag gingen ze uit. Van een uur of vier tot een uur of negen. Hier op het pleintje, daar waren toen veel danscafés. En jive, dat kon hij als de beste. Geleerd van een Amerikaanse verpleegster. Een negerin, maar dat mag je nu niet meer zeggen. Die kon geweldig goed dansen.

En Meneer Tuur vertelt verder. Over een klasgenoot van hem. Een jood. Tijdens de oorlog. 't Was gevaarlijk. Ze liepen samen naar huis door het stadspark. En werden tegengehouden door een Feldwebel en twee Vlamingen. 'Je weet wel', zegt hij, en hij zwaait even met zijn hand in de lucht.
Hoe die drie zijn maat in elkaar sloegen. En daarna hem. Gewoon omdat dat een jood was, hé. Zwaar gehavend waren ze. Bont en blauw, bloedneus. Die gast zijn oor half afgescheurd. Die is daarna vertrokken. Met een lijn, naar Marokko. Enfin dat was het plan. Dat ging dan met een lijn door Frankrijk en dan daar met een boot tot in Portugal en zo naar Marokko. Nooit geweten of hij daar ooit is geraakt.

We zijn ondertussen al weg bij de T. Dwalen naar de B van balie.
Meneer Tuur vertelt nog. Over zijn werk en zijn studies. Zijn vader die zo streng was voor hem. 'Ik kon niks, zei hij altijd. Ik ga altijd slimmer zijn dan gij.' Maar hoe op het einde z'n vader zei: 'Gij zijt slimmer dan ik'.
Over het huidige stadsbestuur is hij niet te spreken. Zijn bloed kleurt dieprood. Dat heeft hij nochtans niet van zijn vader, die was ne liberaal.

We dwalen van het heden terug naar het verleden en verder dan dat: de eerste wereldoorlog. Over zijn nicht die zo'n slimme was. Had een moeilijke start gehad want haar vader was gestorven in juni 1918. Een dag voor hij promotie kreeg. En dat was heel spijtig, want dat scheelde veel in de centen nadien. Zijn nicht was een hele slimme. De eerste vrouwelijke griffier.

We stoppen bij de A. Onze kaart doet het bij ons beiden niet. Aanschuiven bij de balie en dan naar huis. Met de verhalen van Meneer Tuur en zijn boekadvies.

Een uurtje langer in de bib dan voorzien. Heerlijk om daar tijd voor te hebben.


maandag 5 augustus 2013

Mevrouw Pit kreeg nog een vraag.

Zo'n Maham-vraag. Over een papegaai deze keer. Want die hoorde namelijk ook bij het kampthema van de Chiro van de Dochters. En aangezien dat nog steeds een schoon en nobel doel is, zei Mevrouw Pit ook deze keer geen nee.
Maar een papegaai daar vond Mevrouw Pit niet zo meteen een patroon van in haar vele boeken. Mevrouw heeft niet enkel een indrukwekkende verzameling stofjes voor haar vele plannen. Ze heeft namelijk ook een behoorlijke verzameling stoffige boeken ter ondersteuning van de vele plannen. Maar toch, in die vele boeken geen enkele papegaai te vinden. En zelfs niks dat ook maar enigszins in de buurt van een papegaai-achtige kwam.

Dus trachtte Mevrouw Pit haar fantasie aan het werk te zetten. Nu fantasie heeft Mevrouw Pit doorgaans met hopen. Af en toe slaat die fantasie ook helemaal op hol. En zo kwam het dat Mevrouw Pit dacht dat ze van de vos, uit het grandioze boek van de aap, wel een papegaai zou kunnen maken.
Dus Mevrouw Pit tekende het patroon, liet de staart vooreerst al weg. Paste de snuit wat aan naar wat zij dacht wel een papegaaienbek zou zijn. Knipte uit de losse hand een stel veren en vleugels. Vergat zelfs de poten niet en dook nogmaals in de kelder (nog steeds droog en niet letterlijk te nemen) en kwam boven met een restantje rode en gele tricot. Vraag haar niet waarvan ze restant waren, want dat kan Mevrouw Pit zich in de verste verte zich niet meer herinneren. 

Het werd iets. Met wat fantasie (en daarvan heeft Mevrouw Pit voldoende dat weet u al) zelfs een papegaai. Gelukkig hebben de Dochters ook voldoende fantasie. Of misschien wel voldoende beleefdheid om onderstaand beest te herkennen als Iago van Aladdin.


Hoewel hij wel boos kijkt, vinden ze.
En hij ook behoorlijk stevig kan vloeken. Maar dat leerde hij wellicht van Mevrouw Pit. Want zo'n papegaai maken van een vos, dat is niet echt Mevrouw Pit haar ding. Daar is ze ook eerlijk in.
Verdomme!

vrijdag 2 augustus 2013

Mevrouw Pit kreeg een vraag.

Zo'n vraag die begint met 'Mam?'. Of eigenlijk zoals 'Maham?' Mevrouw Pit weet wat voor vraag dat is. Het is een bijzondere vraag. Een vraag waarbij men iets vraagt aan Mevrouw waarvan men niet zeker is van het antwoord. Of toch, misschien wel. Degenen die de vraag stelden kennen Mevrouw Pit namelijk nogal goed. Het zijn immers haar Dochters.

Over de Dochters van Mevrouw Pit is er nog niks verteld. Dat hebben ze ook niet zo graag. De twee oudsten toch zeker niet. En over de jongste wordt er al genoeg verteld.
Dus om het even kort te houden. De Dochters zeiden 'Maham?' en toen kwam de aap uit de mouw.

Letterlijk. Of ik het toch niet zou zien zitten om een aapje te maken als personage voor hun kampthema. De Dochters zijn namelijk bij de Chiro en een personage maken voor hun kampthema is natuurlijk een schoon en nobel doel. Aangezien Mevrouw Pit toch volop vakantie heeft, vond ze het wel schoon om zich in te zetten voor zo'n schoon en nobel doel.

De Dochters hadden dermate veel geluk dat Mevrouw Pit enkel een patroonboek uit haar kast te plukken had. Ze schafte zich onlangs namelijk dit mooie boek aan in haar favoriete winkel:

Met op de cover niet minder dan deze charmante aap. En binnernin de raadgeving dat je bij voorkeur enkel oude stofjes gebruikt.
Perfect! Mevrouw Pit heeft namelijk een enorme verzameling stofjes voor een enorme verzameling plannen. Dus Mevrouw duikt de kelder in. Niet letterlijk natuurlijk, want het was nog voor dat de kelder na een intense onweersbui vol met water liep. Wat wel jammer was voor al die stofjes die Mevrouw Pit daar bewaarde en waarvan er een heleboel zijn verdronken. Helaas, gestockeerd in bakken die beginnen drijven en kantelen. Enfin, we dwalen af.
Mevrouw Pit ging dus in de kelder snuffelen tussen haar verzameling stofjes en herbruikbare dingen. Ze vond er lang geleden verzamelde dingen: een bruine fleece sjaal die niemand wil dragen, een restje witte fleece van een zelfgemaakt babydekentje van de jongste Dochter, een restje stof van een zelfgemaakte kleuterpyjama van een volwassen Dochter en een restant knuffelvulling met de prijs nog in Belgische Frank.
En voila sé: een echte Abu van Aladdin. Toch?
Hoewel, als Mevrouw Pit heel eerlijk is (en dat probeert ze doorgaans toch echt wel te zijn), dan vindt ze toch dat het hoedje wat te veel op een bloempot lijkt.


Maar de Dochters waren tevreden en dus Mevrouw Pit toch ook wel.
Maar toen kwam pas echt de aap uit de mouw.
'Maham, kan je ook een papegaai maken?'






dinsdag 23 juli 2013

Mevrouw Pit est en vacances

In de schaduw van twee bomen, perfect gepland voor een hangmat.
Mevrouw Pit maakt een constructie van plastieken stoeltjes en verbeeldt zich een hangmat.
Dans l'ombre.
In de lommer dus, is het zalig zitten.
Mevrouw Pit laat haar gedachten los.
Ze kringelen omhoog. Vlechten zich tussen het bladerdek. De wind speelt er mee. Laat er af en toe eentje los.
Weg.
De rest valt met de herfst. Misschien maken ze een Verhaal.
Mevrouw Pit heeft voorlopig geen Zin.



zondag 23 juni 2013

Mevrouw Pit is geen duizendpoot

Mevrouw Pit heeft een nieuwe collega. Eigenlijk een heleboel nieuwe collega's. 
Maar met de nieuwe collega deelt ze een aquariumbureau en dat maakt de collega natuurlijk wel bijzonder. Een aquariumbureau is een kantoortje met aan drie zijden glas. Een soort kijkdoos. Voor ons en voor de kinderen op de speelplaats vaak ook.
In dat aquariumbureau leert de collega alles wat Mevrouw Pit moet weten over het reilen en zeilen op haar nieuwe werkplek. En dat is heel wat.
De nieuwe collega kent er alles over en doet alles tegelijk. Toch in de ogen van Mevrouw Pit.
In de ogen van Mevrouw Pit is de nieuwe collega een duizendpoot.
Mevrouw Pit is dat bijlange nog niet. Bijlange niet.

Nu gaf de nieuwe collega een feestje: een housewarming party. En Mevrouw Pit mocht ook komen. Omdat ze samen in het aquarium zitten.
Mevrouw Pit nam een cadeautje mee. Eentje om the house goed te warmen. Of toch een koud plekje af en toe. Mevrouw Pit zou Mevrouw Pit niet zijn als ze geen Pitteke mee nam, logisch. Ze maakte speciaal voor de nieuwe collega een duizendpoot-Pitteke.
Maar hij lijkt ook wel een beetje op een octopus, vindt Mevrouw Pit. Maar dat kan natuurlijk wel met al dat aquarium-gedoe. Een duizendpoot-vis dus. Of een mille-pus. Als je niet te nauwkeurig telt. Maar goed, een octopus dus voor het aquarium. Of een duizendpoot. U mag kiezen. Als 't maar warm is.






vrijdag 21 juni 2013

Mevrouw Pit krijgt post!

Nu krijgt Mevrouw Pit wel vaker post natuurlijk. Ze hangt dat alleen niet altijd aan de grote klok. 
Meestal is de post ook een beetje saai. Een witte omslag met een rekening erin. Ja, Mevrouw Pit is gewoon, net als u.

Soms krijgt Mevrouw Pit ook wel vrolijke omslagen in de bus. Enkele weken geleden kreeg ze een groene, een blauwe en een rode. Dat komt zo: Mevrouw Pit was namelijk jarig en dan komt er wel wat vrolijks in de bus. Dat hebt u vast ook wel, heel gewoon dus.

Maar zo'n omslag als er nu in de brievenbus zat, kreeg Mevrouw Pit nog nooit.


Niet zo bijzonder vindt u? Tuttut! Deze omslag is helemaal versierd. En niet gewoon versierd, maar helemaal getekend met de hand. Speciaal voor Mevrouw Pit! Een omslag die leest als een henna-tattoo. Als dat niet bijzonder is.

Mevrouw Pit vindt de omslag zo mooi dat ze hem voorlopig nog even toe laat. Om nog even te genieten van de buitenkant.
Mevrouw Pit weet namelijk al wat er in zit, in die enveloppe. En Eva weet het ook. Want zij maakte die omslag speciaal voor Mevrouw Pit.
Maar u moet nog even wachten. Maar u kan wel mee genieten van die mooie versierde buitenkant. Bijzonder hé.

woensdag 19 juni 2013

Mevrouw Pit is van fluweel

Maar dat heeft ze niet zelf bedacht. De gedachte komt van Ilah en stond in de weekendkrant. Ja, zult u zeggen, waar komt Mevrouw Pit nu nog mee af? Het is toch al woensdag! Maar Mevrouw Pit leest soms met vertraging. En toen zocht ze een schaar en knipte, een beetje scheef zoals dat gaat bij Mevrouw Pit, en zette het hieronder. Want zo'n schoon tekstje wou ze u niet onthouden.
Voilà:


En zo komt Mevrouw Pit tot de vaststelling dat u dat helemaal niet gaat kunnen lezen, die schone woorden over fluweel enzo. Ook niet als Mevrouw Pit het extra groot maakt.

Maar die schone woorden wil ze u toch echt wel laten lezen, dus typte Mevrouw Pit die helemaal over:

WAT MEISKES VAN 30 OF 20 OF 10 NOG NIET WETEN,
is dat oud worden tof is.

Ge wordt er wat zachter van. Vanbinnen en vanbuiten. En wat 
zacht is, laat zich makkelijker strelen en moet niet veel moeite
doen om zelf te strelen. Ge moet met uw zacht vel maar even 
passeren en ge streelt al.

En met hetzelfde gemak kunt ge geknepen worden, want zo'n
vel, dat heeft pak. Dat is om in te knijpen en in te bijten.
harder dan in zo'n stevig jongemeiskesvelleke. Een zacht
vel is ontvankelijker en alles komt er meer in aan.

(Als ge oud wordt, wordt ge dus gelijk fluweel). 

Mevrouw Pit is van fluweel.
Schoon hé.